horden

Conjugations List of Horden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikhordhorddeheb gehord
jij, je, uhordthorddehebt gehord
hij, zij, hethordthorddeheeft gehord
wijhordenhorddenhebben gehord
julliehordenhorddenhebben gehord
zij, zehordenhorddenhebben gehord

Presens

Example presens sentences for Horden with some of the pronouns.

  • Ik hoor horden mensen juichen in het stadion.
  • Jij hoort de honden blaffen in de verte.
  • Hij hoort de muziek door de muren heen.
  • Wij horen de regen op het dak tikken.
  • Zij horen de vogels fluiten in de tuin.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Horden with some of the pronouns.

  • Ik hoorde horden mensen juichen in het stadion.
  • Jij hoorde de honden blaffen in de verte.
  • Hij hoorde de muziek door de muren heen.
  • Wij hoorden de regen op het dak tikken.
  • Zij hoorden de vogels fluiten in de tuin.

Perfectum

Example perfectum sentences for Horden with some of the pronouns.

  • Ik heb horden mensen horen juichen in het stadion.
  • Jij hebt de honden horen blaffen in de verte.
  • Hij heeft de muziek horen doorklinken door de muren heen.
  • Wij hebben de regen horen tikken op het dak.
  • Zij hebben de vogels horen fluiten in de tuin.