ineendraaien

Conjugations List of Ineendraaien.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdraai ineendraaide ineenheb ineengedraaid
jij, je, udraait ineendraaide ineenhebt ineengedraaid
hij, zij, hetdraait ineendraaide ineenheeft ineengedraaid
wijdraaien ineendraaiden ineenhebben ineengedraaid
julliedraaien ineendraaiden ineenhebben ineengedraaid
zij, zedraaien ineendraaiden ineenhebben ineengedraaid

Presens
Beta

Example presens sentences for Ineendraaien with some of the pronouns.

  • Ik draai de schroeven in elkaar.
  • Jij draait de knoppen in elkaar.
  • Hij draait de moeren in elkaar.
  • Zij draait de tandwielen in elkaar.
  • Wij draaien de onderdelen in elkaar.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Ineendraaien with some of the pronouns.

  • Ik draaide de schroeven in elkaar.
  • Jij draaide de knoppen in elkaar.
  • Hij draaide de moeren in elkaar.
  • Zij draaide de tandwielen in elkaar.
  • Wij draaiden de onderdelen in elkaar.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Ineendraaien with some of the pronouns.

  • Ik heb de schroeven in elkaar gedraaid.
  • Jij hebt de knoppen in elkaar gedraaid.
  • Hij heeft de moeren in elkaar gedraaid.
  • Zij heeft de tandwielen in elkaar gedraaid.
  • Wij hebben de onderdelen in elkaar gedraaid.