inluizen

Conjugations List of Inluizen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikluis inluisde inheb ingeluisd
jij, je, uluist inluisde inhebt ingeluisd
hij, zij, hetluist inluisde inheeft ingeluisd
wijluizen inluisden inhebben ingeluisd
jullieluizen inluisden inhebben ingeluisd
zij, zeluizen inluisden inhebben ingeluisd

Presens
Beta

Example presens sentences for Inluizen with some of the pronouns.

  • Ik luiz in.
  • Jij luitst in.
  • Hij/Zij luist in.
  • Wij luisen in.
  • Zij luisen in.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Inluizen with some of the pronouns.

  • Ik loog in.
  • Jij loogt in.
  • Hij/Zij loog in.
  • Wij logen in.
  • Zij logen in.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Inluizen with some of the pronouns.

  • Ik heb ingeluisd.
  • Jij hebt ingeluisd.
  • Hij/Zij heeft ingeluisd.
  • Wij hebben ingeluisd.
  • Zij hebben ingeluisd.