vastpennen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | pen vast | pende vast | heb vastgepend |
jij, je, u | pent vast | pende vast | hebt vastgepend |
hij, zij, het | pent vast | pende vast | heeft vastgepend |
wij | pennen vast | penden vast | hebben vastgepend |
jullie | pennen vast | penden vast | hebben vastgepend |
zij, ze | pennen vast | penden vast | hebben vastgepend |
PresensBeta
Example presens sentences for Vastpennen with some of the pronouns.
- Ik pen het vast in mijn notitieboekje.
- Jij pennet het vast in je agenda.
- Hij/Zij/Het pennet het vast op het bord.
- Wij pennen het vast in de contracten.
- Jullie pennenen het vast in de documenten.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Vastpennen with some of the pronouns.
- Ik pennde het vroeger altijd vast in mijn schrift.
- Jij pennede het altijd vast in je agenda.
- Hij/Zij/Het pennde het stevig vast op het whiteboard.
- Wij pennden het vaak vast in de oude archieven.
- Jullie pennden het vroeger altijd vast in de mappen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Vastpennen with some of the pronouns.
- Ik heb het vastgepind op het prikbord.
- Jij hebt het vastgeschreven in je verslag.
- Hij/Zij/Het heeft het stevig vastgepennd.
- Wij hebben het goed vastgelegd in de overeenkomst.
- Jullie hebben het veilig vastgezet met pennen.