instromen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | stroom in | stroomde in | ben ingestroomd |
jij, je, u | stroomt in | stroomde in | bent ingestroomd |
hij, zij, het | stroomt in | stroomde in | is ingestroomd |
wij | stromen in | stroomden in | zijn ingestroomd |
jullie | stromen in | stroomden in | zijn ingestroomd |
zij, ze | stromen in | stroomden in | zijn ingestroomd |
PresensBeta
Example presens sentences for Instromen with some of the pronouns.
- Ik stroom in bij de nieuwe cursus Nederlands.
- Jij stroomt in bij de sportclub vanavond.
- Hij/Zij/Het stroomt in bij het bedrijf als stagiair.
- Wij stromen in bij de universiteit volgend jaar.
- Jullie stromen in bij de taalcursus om te leren spreken.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Instromen with some of the pronouns.