inventariseren

Conjugations List of Inventariseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikinventariseerinventariseerdeheb geïnventariseerd
jij, je, uinventariseertinventariseerdehebt geïnventariseerd
hij, zij, hetinventariseertinventariseerdeheeft geïnventariseerd
wijinventarisereninventariseerdenhebben geïnventariseerd
jullieinventarisereninventariseerdenhebben geïnventariseerd
zij, zeinventarisereninventariseerdenhebben geïnventariseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Inventariseren with some of the pronouns.

  • Ik inventariseer de voorraad elke maand.
  • Jij inventariseert de gegevens nauwkeurig.
  • Hij inventariseert de behoeften van de klant.
  • Wij inventariseren de resultaten van het onderzoek.
  • Zij inventariseren de beschikbare opties.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Inventariseren with some of the pronouns.

  • Vroeger inventariseerde ik regelmatig de magazijnvoorraad.
  • Toen ik daar werkte, inventariseerde ik de administratieve processen.
  • Hij inventariseerde vorige week de kantoorspullen.
  • Wij inventariseerden altijd de wensen van de klanten.
  • Zij inventariseerden de schade na de brand.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Inventariseren with some of the pronouns.

  • Ik heb de inventarisatie voltooid.
  • Jij hebt de gegevens geïnventariseerd.
  • Hij heeft de producten geïnventariseerd.
  • Wij hebben de voorraad nauwkeurig gecontroleerd.
  • Zij hebben de inventarisatie afgerond.