invijzen

Conjugations List of Invijzen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvijs invees inheb ingevezen
jij, je, uvijst invees inhebt ingevezen
hij, zij, hetvijst invees inheeft ingevezen
wijvijzen invezen inhebben ingevezen
jullievijzen invezen inhebben ingevezen
zij, zevijzen invezen inhebben ingevezen

Presens
Beta

Example presens sentences for Invijzen with some of the pronouns.

  • Ik wijzen hem in.
  • Jij wijst hen in.
  • Hij/zij wijst ons in.
  • Wij wijzen jullie in.
  • Zij wijzen de klanten in.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Invijzen with some of the pronouns.

  • Ik wees hem in.
  • Jij wees hen in.
  • Hij/zij wees ons in.
  • Wij wezen jullie in.
  • Zij wezen de klanten in.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Invijzen with some of the pronouns.

  • Ik heb hem ingewijzen.
  • Jij hebt hen ingewijzen.
  • Hij/zij heeft ons ingewijzen.
  • Wij hebben jullie ingewijzen.
  • Zij hebben de klanten ingewijzen.