leveren

Conjugations List of Leveren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikleverleverdeheb geleverd
jij, je, ulevertleverdehebt geleverd
hij, zij, hetlevertleverdeheeft geleverd
wijleverenleverdenhebben geleverd
jullieleverenleverdenhebben geleverd
zij, zeleverenleverdenhebben geleverd

Presens
Beta

Example presens sentences for Leveren with some of the pronouns.

  • Ik lever een pakketje aan huis.
  • Hij levert goede prestaties op zijn werk.
  • Wij leveren verse groenten en fruit.
  • Jullie leveren altijd op tijd.
  • De winkel levert producten door het hele land.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Leveren with some of the pronouns.

  • Vroeger leverde ik kranten in de ochtend.
  • Hij leverde altijd zijn rapporten te laat in.
  • Wij leverden vroeger handgemaakte meubels.
  • Jullie leverden vaak kwalitatief hoogwaardige diensten.
  • De fabriek leverde lange tijd elektronische apparaten.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Leveren with some of the pronouns.

  • Ik heb het pakketje gisteren geleverd.
  • Hij heeft uitstekend werk geleverd.
  • Wij hebben de bestelling vandaag geleverd.
  • Jullie hebben de projecten succesvol afgeleverd.
  • De leverancier heeft de goederen op tijd geleverd.