inwinnen
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | win in | won in | heb ingewonnen |
| jij, je, u | wint in | won in | hebt ingewonnen |
| hij, zij, het | wint in | won in | heeft ingewonnen |
| wij | winnen in | wonnen in | hebben ingewonnen |
| jullie | winnen in | wonnen in | hebben ingewonnen |
| zij, ze | winnen in | wonnen in | hebben ingewonnen |
PresensBeta
Example presens sentences for Inwinnen with some of the pronouns.
- Ik win informatie in bij verschillende bronnen.
- Jij wint advies in voordat je een beslissing neemt.
- Hij wint kennis in door veel te lezen.
- Zij wint ervaring in tijdens haar stage.
- Wij winnen feedback in om onze prestaties te verbeteren.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Inwinnen with some of the pronouns.
- Ik won informatie in bij verschillende bronnen.
- Jij won advies in voordat je een beslissing nam.
- Hij won kennis in door veel te lezen.
- Zij won ervaring in tijdens haar stage.
- Wij wonnen feedback in om onze prestaties te verbeteren.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Inwinnen with some of the pronouns.
- Ik heb informatie ingewonnen bij verschillende bronnen.
- Jij hebt advies ingewonnen voordat je een beslissing nam.
- Hij heeft kennis ingewonnen door veel te lezen.
- Zij heeft ervaring ingewonnen tijdens haar stage.
- Wij hebben feedback ingewonnen om onze prestaties te verbeteren.