kenschetsen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | kenschets | kenschetste | heb gekenschetst |
jij, je, u | kenschetst | kenschetste | hebt gekenschetst |
hij, zij, het | kenschetst | kenschetste | heeft gekenschetst |
wij | kenschetsen | kenschetsten | hebben gekenschetst |
jullie | kenschetsen | kenschetsten | hebben gekenschetst |
zij, ze | kenschetsen | kenschetsten | hebben gekenschetst |
PresensBeta
Example presens sentences for Kenschetsen with some of the pronouns.
- Ik kenschets de situatie als uitdagend.
- Jij kenschetst de film als spannend.
- Hij/Zij kenschetst het boek als inspirerend.
- Wij kenschetsen de stad als levendig.
- Jullie kenschetsen de maatregelen als effectief.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Kenschetsen with some of the pronouns.
- Ik kenschetste de situatie als uitdagend.
- Jij kenschetste de film als spannend.
- Hij/Zij kenschetste het boek als inspirerend.
- Wij kenschetsten de stad als levendig.
- Jullie kenschetsten de maatregelen als effectief.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Kenschetsen with some of the pronouns.
- Ik heb de situatie gekenschetst als uitdagend.
- Jij hebt de film gekenschetst als spannend.
- Hij/Zij heeft het boek gekenschetst als inspirerend.
- Wij hebben de stad gekenschetst als levendig.
- Jullie hebben de maatregelen gekenschetst als effectief.