inzwelgen

Conjugations List of Inzwelgen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikzwelg inzwolg inheb ingezwolgen
jij, je, uzwelgt inzwolg inhebt ingezwolgen
hij, zij, hetzwelgt inzwolg inheeft ingezwolgen
wijzwelgen inzwolgen inhebben ingezwolgen
julliezwelgen inzwolgen inhebben ingezwolgen
zij, zezwelgen inzwolgen inhebben ingezwolgen

Presens
Beta

Example presens sentences for Inzwelgen with some of the pronouns.

  • Ik zwelg in de schoonheid van de natuur.
  • Jij zwelgt in je succes.
  • Hij/zij zwelgt in luxe en rijkdom.
  • Wij zwelgen in heerlijk eten tijdens de feestdagen.
  • Jullie zwelgen in zelfmedelijden.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Inzwelgen with some of the pronouns.

  • Ik zwolg in mijn eigen gedachten.
  • Jij zwolg in je verdrietige herinneringen.
  • Hij/zij zwolg in zijn/haar eenzame gevoelens.
  • Wij zwolgden in de nostalgie van vroeger.
  • Jullie zwolgden in jullie eigen gelijk.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Inzwelgen with some of the pronouns.

  • Ik heb ingezwolgen wat er is gebeurd.
  • Jij hebt jezelf in zelfbeklag ingezwolgen.
  • Hij/zij heeft zich in het verdriet ingezwolgen.
  • Wij hebben ons laten inzwelgen door de spanning.
  • Jullie hebben je in rancune ingezwolgen.