joelen

Conjugations List of Joelen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikjoeljoeldeheb gejoeld
jij, je, ujoeltjoeldehebt gejoeld
hij, zij, hetjoeltjoeldeheeft gejoeld
wijjoelenjoeldenhebben gejoeld
julliejoelenjoeldenhebben gejoeld
zij, zejoelenjoeldenhebben gejoeld

Presens

Example presens sentences for Joelen with some of the pronouns.

  • Ik joel.
  • Jij joelt.
  • Hij/Zij/Het joelt.
  • Wij jolen.
  • Jullie jolen.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Joelen with some of the pronouns.

  • Ik joelde.
  • Jij joelde.
  • Hij/Zij/Het joelde.
  • Wij joelden.
  • Jullie joelden.

Perfectum

Example perfectum sentences for Joelen with some of the pronouns.

  • Ik heb gejoeld.
  • Jij hebt gejoeld.
  • Hij/Zij/Het heeft gejoeld.
  • Wij hebben gejoeld.
  • Jullie hebben gejoeld.