voorzitten

Conjugations List of Voorzitten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikzit voorzat voorheb voorgezeten
jij, je, uzit voorzat voorhebt voorgezeten
hij, zij, hetzit voorzat voorheeft voorgezeten
wijzitten voorzaten voorhebben voorgezeten
julliezitten voorzaten voorhebben voorgezeten
zij, zezitten voorzaten voorhebben voorgezeten

Presens
Beta

Example presens sentences for Voorzitten with some of the pronouns.

  • Ik zit de vergadering voor.
  • Jij zit de bijeenkomst voor.
  • Hij/zij zit de conferentie voor.
  • Wij zitten de ceremonie voor.
  • Zij zitten de lezing voor.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Voorzitten with some of the pronouns.

  • Ik zat de vergadering voor.
  • Jij zat de bijeenkomst voor.
  • Hij/zij zat de conferentie voor.
  • Wij zaten de ceremonie voor.
  • Zij zaten de lezing voor.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Voorzitten with some of the pronouns.

  • Ik heb de vergadering voorgezeten.
  • Jij hebt de bijeenkomst voorgezeten.
  • Hij/zij heeft de conferentie voorgezeten.
  • Wij hebben de ceremonie voorgezeten.
  • Zij hebben de lezing voorgezeten.