kaalplukken

Conjugations List of Kaalplukken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikpluk kaalplukte kaalheb kaalgeplukt
jij, je, uplukt kaalplukte kaalhebt kaalgeplukt
hij, zij, hetplukt kaalplukte kaalheeft kaalgeplukt
wijplukken kaalplukten kaalhebben kaalgeplukt
jullieplukken kaalplukten kaalhebben kaalgeplukt
zij, zeplukken kaalplukten kaalhebben kaalgeplukt

Presens
Beta

Example presens sentences for Kaalplukken with some of the pronouns.

  • Ik kaalpluk
  • Jij kaalplukt
  • Hij/Zij/Het kaalplukt
  • Wij kaalplukken
  • Jullie kaalplukken

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Kaalplukken with some of the pronouns.

  • Ik kaalplukte
  • Jij kaalplukte
  • Hij/Zij/Het kaalplukte
  • Wij kaalplukten
  • Jullie kaalplukten

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Kaalplukken with some of the pronouns.

  • Ik heb kaalgeplukt
  • Jij hebt kaalgeplukt
  • Hij/Zij/Het heeft kaalgeplukt
  • Wij hebben kaalgeplukt
  • Jullie hebben kaalgeplukt