herpakken

Conjugations List of Herpakken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikherpakherpakteheb herpakt
jij, je, uherpaktherpaktehebt herpakt
hij, zij, hetherpaktherpakteheeft herpakt
wijherpakkenherpaktenhebben herpakt
jullieherpakkenherpaktenhebben herpakt
zij, zeherpakkenherpaktenhebben herpakt

Presens

Example presens sentences for Herpakken with some of the pronouns.

  • Ik herpak mijn motivatie elke dag.
  • Jij herpakt jezelf na elke tegenslag.
  • Hij/zij/het herpakt snel de controle over de situatie.
  • Wij herpakken onze plannen en passen ze aan.
  • Jullie herpakken de draad op professioneel vlak.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Herpakken with some of the pronouns.

  • Ik herpakte me na elke mislukking.
  • Jij herpakte jezelf telkens weer na tegenslagen.
  • Hij/zij/het herpakte zich en probeerde het opnieuw.
  • Wij herpakten onze krachten voor de wedstrijd.
  • Jullie herpakten jullie positie in de markt.

Perfectum

Example perfectum sentences for Herpakken with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn verloren tijd herpakt.
  • Jij hebt je fouten herpakt en ervan geleerd.
  • Hij/zij/het heeft de kans om te winnen herpakt.
  • Wij hebben onze oude gewoontes herpakt.
  • Jullie hebben de verloren klanten herpakt.