versmeden

Conjugations List of Versmeden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikversmeedversmeeddeheb versmeed
jij, je, uversmeedtversmeeddehebt versmeed
hij, zij, hetversmeedtversmeeddeheeft versmeed
wijversmedenversmeeddenhebben versmeed
jullieversmedenversmeeddenhebben versmeed
zij, zeversmedenversmeeddenhebben versmeed

Presens
Beta

Example presens sentences for Versmeden with some of the pronouns.

  • Ik smijd versmeden voedsel weg.
  • Jij versmijdt slechte gewoontes.
  • Hij/zij/ze versmijdt haar verantwoordelijkheden.
  • Wij versmijden fastfood en kiezen voor gezonde maaltijden.
  • Jullie versmijden de waarheid en liegen tegen elkaar.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Versmeden with some of the pronouns.

  • Ik versmeed voedsel dat niet meer goed was.
  • Jij versmeedde je slechte gewoontes.
  • Hij/zij/ze versmeedde haar verantwoordelijkheden regelmatig.
  • Wij versmeedden fastfood en kozen voor gezonde maaltijden.
  • Jullie versmeedden de waarheid en logen tegen elkaar.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Versmeden with some of the pronouns.

  • Ik heb versmeden voedsel weggegooid.
  • Jij hebt slechte gewoontes versmeed.
  • Hij/zij/ze heeft haar verantwoordelijkheden versmeden.
  • Wij hebben fastfood versmeden en gekozen voor gezonde maaltijden.
  • Jullie hebben de waarheid versmeden en tegen elkaar gelogen.