aangolven

Conjugations List of Aangolven.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikgolf aangolfde aanben aangegolfd
jij, je, ugolft aangolfde aanbent aangegolfd
hij, zij, hetgolft aangolfde aanis aangegolfd
wijgolven aangolfden aanzijn aangegolfd
julliegolven aangolfden aanzijn aangegolfd
zij, zegolven aangolfden aanzijn aangegolfd

Presens
Beta

Example presens sentences for Aangolven with some of the pronouns.

  • De golven aangolven rustig aan de kust.
  • Ik aangolf de zee met mijn surfplank.
  • Jij golft aan op het juiste moment.
  • Hij, zij, het golft aan met veel kracht.
  • Wij golfen aan in de branding.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Aangolven with some of the pronouns.

  • Vorig jaar golfde ik aan op dezelfde plek.
  • Toen hij jong was, golfde hij vaak aan met zijn vrienden.
  • We golfden aan voordat de storm begon.
  • Jullie golfden altijd aan als het water kalm was.
  • De kinderen golfden aan en genoten van de zee.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Aangolven with some of the pronouns.

  • Ik heb aangegolfd op het strand gisteren.
  • Hij, zij, het heeft de zee aangegolfd vandaag.
  • Wij hebben met succes aangegolfd op die grote golf.
  • Jullie hebben eerder aangegolfd dan wij.
  • De surfers hebben enthousiast aangegolfd bij zonsondergang.