leegmalen

Conjugations List of Leegmalen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikmaal leegmaalde leegheb leeggemalen
jij, je, umaalt leegmaalde leeghebt leeggemalen
hij, zij, hetmaalt leegmaalde leegheeft leeggemalen
wijmalen leegmaalden leeghebben leeggemalen
julliemalen leegmaalden leeghebben leeggemalen
zij, zemalen leegmaalden leeghebben leeggemalen

Presens

Example presens sentences for Leegmalen with some of the pronouns.

  • Ik maal leeg.
  • Jij maalt leeg.
  • Hij/Zij maalt leeg.
  • Wij malen leeg.
  • Jullie malen leeg.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Leegmalen with some of the pronouns.

  • Ik maalde leeg.
  • Jij maalde leeg.
  • Hij/Zij maalde leeg.
  • Wij maalden leeg.
  • Jullie maalden leeg.

Perfectum

Example perfectum sentences for Leegmalen with some of the pronouns.

  • Ik heb leeggemalen.
  • Jij hebt leeggemalen.
  • Hij/Zij heeft leeggemalen.
  • Wij hebben leeggemalen.
  • Jullie hebben leeggemalen.