platpersen

Conjugations List of Platpersen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikpers platperste platheb platgeperst
jij, je, uperst platperste plathebt platgeperst
hij, zij, hetperst platperste platheeft platgeperst
wijpersen platpersten plathebben platgeperst
julliepersen platpersten plathebben platgeperst
zij, zepersen platpersten plathebben platgeperst

Presens
Beta

Example presens sentences for Platpersen with some of the pronouns.

  • Ik pers de sinaasappels plat.
  • Jij perst de sinaasappels plat.
  • Hij/Zij perst de sinaasappels plat.
  • Wij persen de sinaasappels plat.
  • Jullie persen de sinaasappels plat.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Platpersen with some of the pronouns.

  • Ik perste de sinaasappels plat.
  • Jij perste de sinaasappels plat.
  • Hij/Zij perste de sinaasappels plat.
  • Wij persten de sinaasappels plat.
  • Jullie persten de sinaasappels plat.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Platpersen with some of the pronouns.

  • Ik heb de sinaasappels geperst.
  • Jij hebt de sinaasappels geperst.
  • Hij/Zij heeft de sinaasappels geperst.
  • Wij hebben de sinaasappels geperst.
  • Jullie hebben de sinaasappels geperst.