slichten

Conjugations List of Slichten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikslichtslichtteheb geslicht
jij, je, uslichtslichttehebt geslicht
hij, zij, hetslichtslichtteheeft geslicht
wijslichtenslichttenhebben geslicht
jullieslichtenslichttenhebben geslicht
zij, zeslichtenslichttenhebben geslicht

Presens
Beta

Example presens sentences for Slichten with some of the pronouns.

  • Ik slichtheden de situatie en maak een beslissing.
  • Jij slicht het probleem snel en efficiënt.
  • Hij/Zij slicht de rimpels in de stof voordat hij/zij begint te naaien.
  • Wij slichten de plooien in het kleed en maken het glad.
  • Jullie slichtheid de verwarring en creëerden duidelijkheid.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Slichten with some of the pronouns.

  • Vroeger slichtte ik de rommel in mijn kamer elke dag.
  • Toen ik jonger was, slichtte jij altijd de zorgen van anderen.
  • Hij/Zij slichtte regelmatig de spanning tussen collega's.
  • In die tijd slichtten wij de conflicten met diplomatieke oplossingen.
  • Jullie slichtten de druk door humor te gebruiken.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Slichten with some of the pronouns.

  • Ik heb geslicht de boekenkast en het er netjes uit laten zien.
  • Jij hebt het probleem geslicht en een oplossing gevonden.
  • Hij/Zij heeft de documenten geslicht en geordend.
  • Wij hebben de fouten geslicht en het rapport verbeterd.
  • Jullie hebben de misverstanden geslicht en verhelderd wat er gaande is.