kniebanden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | knieband | kniebandde | heb geknieband |
jij, je, u | kniebandt | kniebandde | hebt geknieband |
hij, zij, het | kniebandt | kniebandde | heeft geknieband |
wij | kniebanden | kniebandden | hebben geknieband |
jullie | kniebanden | kniebandden | hebben geknieband |
zij, ze | kniebanden | kniebandden | hebben geknieband |
PresensBeta
Example presens sentences for Kniebanden with some of the pronouns.
- Ik versterk mijn kniebanden regelmatig met oefeningen.
- De fysiotherapeut adviseert om de kniebanden te trainen.
- Mijn broer draagt een brace om zijn kniebanden te ondersteunen.
- Sommige sporters ervaren blessures aan hun kniebanden.
- Het is belangrijk om op te warmen voordat je de kniebanden belast.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Kniebanden with some of the pronouns.
- Toen ik jong was, scheurde ik mijn kniebanden bijna bij elke wedstrijd.
- Hij trainde intensief terwijl zijn kniebanden zwak waren.
- Vroeger droeg men geen bescherming voor de kniebanden tijdens het sporten.
- Als kind had ik vaak last van pijnlijke kniebanden.
- Tijdens mijn studie liep ik een blessure aan mijn kniebanden op.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Kniebanden with some of the pronouns.
- Ik heb mijn kniebanden vorige maand verstuikt tijdens het sporten.
- Zij hebben hun kniebanden overbelast door te veel te trainen.
- De dokter heeft aangeraden om de kniebanden te laten rusten.
- Wij hebben al een aantal keer onze kniebanden verzwikt.
- Hebben jullie de kniebanden al gerevalideerd na de operatie?