kolonialiseren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | kolonialiseer | kolonialiseerde | heb gekolonialiseerd |
jij, je, u | kolonialiseert | kolonialiseerde | hebt gekolonialiseerd |
hij, zij, het | kolonialiseert | kolonialiseerde | heeft gekolonialiseerd |
wij | kolonialiseren | kolonialiseerden | hebben gekolonialiseerd |
jullie | kolonialiseren | kolonialiseerden | hebben gekolonialiseerd |
zij, ze | kolonialiseren | kolonialiseerden | hebben gekolonialiseerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Kolonialiseren with some of the pronouns.
- Nederland koloniseert Indonesië in de 19e eeuw.
- We koloniseren Suriname in de 17e eeuw.
- De Europese landen koloniseren Afrika tijdens het koloniale tijdperk.
- Hij koloniseert de nieuwe gebieden voor economische exploitatie.
- Jullie koloniseren de eilanden in de Stille Oceaan.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Kolonialiseren with some of the pronouns.
- Nederland koloniseerde Indonesië vóór de onafhankelijkheid.
- We koloniseerden Suriname in het verleden.
- De Europese landen koloniseerden Afrika tijdens het koloniale tijdperk.
- Hij koloniseerde de nieuwe gebieden voor economische exploitatie.
- Jullie koloniseerden de eilanden in de Stille Oceaan.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Kolonialiseren with some of the pronouns.
- Nederland heeft Indonesië gekoloniseerd.
- We hebben Suriname in het verleden gekoloniseerd.
- De Europese landen hebben Afrika gekoloniseerd tijdens het koloniale tijdperk.
- Hij heeft de nieuwe gebieden gekoloniseerd voor economische exploitatie.
- Jullie hebben de eilanden in de Stille Oceaan gekoloniseerd.