krijten

Conjugations List of Krijten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkrijtkreetheb gekreten
jij, je, ukrijtkreethebt gekreten
hij, zij, hetkrijtkreetheeft gekreten
wijkrijtenkretenhebben gekreten
julliekrijtenkretenhebben gekreten
zij, zekrijtenkretenhebben gekreten

Presens

Example presens sentences for Krijten with some of the pronouns.

  • Ik krijt een tekening op het bord.
  • Jij krijt altijd buiten de lijntjes.
  • Hij krijt zijn handen wit van het krijt.
  • Zij krijten samen een groot kunstwerk.
  • Wij krijten vaak op de stoep voor ons huis.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Krijten with some of the pronouns.

  • Als kind kreeg ik vaak de taak om het bord te krijten.
  • Vroeger kreeg jij altijd complimenten voor je krijtkunst.
  • Hij kreeg snel last van jeukende handen door het krijt.
  • Zij kregen de opdracht om het hele klaslokaal te krijten.
  • Wij kregen altijd plezier van het krijten op straat.

Perfectum

Example perfectum sentences for Krijten with some of the pronouns.

  • Ik heb een mooie tekening gekrijt.
  • Jij hebt altijd goed gekrijt op het bord.
  • Hij heeft zijn handen wit gekregen van het krijt.
  • Zij hebben samen een prachtig kunstwerk gekrijt.
  • Wij hebben veel verschillende figuren gekrijt op de stoep.