liefhebben

Conjugations List of Liefhebben.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikheb liefhad liefheb liefgehad
jij, je, uhebt liefhad liefhebt liefgehad
hij, zij, hetheeft liefhad liefheeft liefgehad
wijhebben liefhadden liefhebben liefgehad
julliehebben liefhadden liefhebben liefgehad
zij, zehebben liefhadden liefhebben liefgehad

Presens
Beta

Example presens sentences for Liefhebben with some of the pronouns.

  • Ik heb liefde voor dieren.
  • Zij houdt van ijsjes.
  • Wij houden van wandelen in het park.
  • Jullie hebben een sterke band met elkaar.
  • De kinderen houden van hun ouders.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Liefhebben with some of the pronouns.

  • Vroeger hield ik van voetballen.
  • Toen ik jong was, hield ik van tekenen.
  • Zij hielden van dansen op feestjes.
  • Wij hielden van praten over boeken.
  • Jullie hielden van zwemmen in het meer.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Liefhebben with some of the pronouns.

  • Ik heb altijd van chocolade gehouden.
  • Hij heeft haar nooit liefgehad.
  • Zij heeft gisteren een liefdesbrief ontvangen.
  • Wij hebben altijd van elkaar gehouden.
  • Jullie hebben de hele wereld liefgehad tijdens jullie reizen.