kwispelstaarten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | kwispelstaart | kwispelstaartte | heb gekwispelstaart |
jij, je, u | kwispelstaart | kwispelstaartte | hebt gekwispelstaart |
hij, zij, het | kwispelstaart | kwispelstaartte | heeft gekwispelstaart |
wij | kwispelstaarten | kwispelstaartten | hebben gekwispelstaart |
jullie | kwispelstaarten | kwispelstaartten | hebben gekwispelstaart |
zij, ze | kwispelstaarten | kwispelstaartten | hebben gekwispelstaart |
PresensBeta
Example presens sentences for Kwispelstaarten with some of the pronouns.
- De hond kwispelstaart vrolijk als hij zijn favoriete speeltje ziet.
- Ik kwispelstaart enthousiast wanneer ik mijn vrienden begroet.
- Jij kwispelstaart altijd wanneer je blij bent.
- Wij kwispelstaarten graag als we lekkere snacks krijgen.
- De honden kwispelstaarten uitbundig tijdens het spelen in het park.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Kwispelstaarten with some of the pronouns.
- De hond kwispelstaartte vrolijk toen hij zijn favoriete speeltje zag.
- Ik kwispelstaartte enthousiast toen ik mijn vrienden begroette.
- Jij kwispelstaartte altijd wanneer je blij was.
- Wij kwispelstaartten graag toen we lekkere snacks kregen.
- De honden kwispelstaartten uitbundig tijdens het spelen in het park.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Kwispelstaarten with some of the pronouns.
- De hond heeft vrolijk gekwispelstaart toen hij zijn favoriete speeltje zag.
- Ik heb enthousiast gekwispelstaart toen ik mijn vrienden begroette.
- Jij hebt altijd gekwispelstaart wanneer je blij was.
- Wij hebben graag gekwispelstaart toen we lekkere snacks kregen.
- De honden hebben uitbundig gekwispelstaart tijdens het spelen in het park.