lambriseren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | lambriseer | lambriseerde | heb gelambriseerd |
jij, je, u | lambriseert | lambriseerde | hebt gelambriseerd |
hij, zij, het | lambriseert | lambriseerde | heeft gelambriseerd |
wij | lambriseren | lambriseerden | hebben gelambriseerd |
jullie | lambriseren | lambriseerden | hebben gelambriseerd |
zij, ze | lambriseren | lambriseerden | hebben gelambriseerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Lambriseren with some of the pronouns.
- Ik lambriseer de woonkamer voor een nieuwe look.
- Jij lambriseert de gang met houten panelen.
- Hij/Zij/Het lambriseert de slaapkamer in een klassieke stijl.
- Wij lambriseren de eetkamer met een modern design.
- Jullie lambriseren de zolder voor extra isolatie.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Lambriseren with some of the pronouns.
- Ik lambriseerde de woonkamer vorig jaar voor een nieuwe look.
- Jij lambriseerde de gang met houten panelen tijdens de renovatie.
- Hij/Zij/Het lambriseerde de slaapkamer in een klassieke stijl en creëerde een gezellige sfeer.
- Wij lambriseerden de eetkamer met een modern design, maar veranderden het later.
- Jullie lambriseerden de zolder voor extra isolatie, maar het gaf niet het gewenste resultaat.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Lambriseren with some of the pronouns.
- Ik heb de woonkamer gelambriseerd voor een nieuwe look.
- Jij hebt de gang gelambriseerd met houten panelen.
- Hij/Zij/Het heeft de slaapkamer gelambriseerd in een klassieke stijl.
- Wij hebben de eetkamer gelambriseerd met een modern design.
- Jullie hebben de zolder gelambriseerd voor extra isolatie.