renderen

Conjugations List of Renderen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikrendeerrendeerdeheb gerendeerd
jij, je, urendeertrendeerdehebt gerendeerd
hij, zij, hetrendeertrendeerdeheeft gerendeerd
wijrenderenrendeerdenhebben gerendeerd
jullierenderenrendeerdenhebben gerendeerd
zij, zerenderenrendeerdenhebben gerendeerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Renderen with some of the pronouns.

  • Ik rendeer de film voor de kijkers.
  • Jij rendeert de goederen naar de klant.
  • Hij rendeert zijn diensten aan het bedrijf.
  • Wij renderen winst uit onze investeringen.
  • Zij renderen waardevolle informatie aan het team.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Renderen with some of the pronouns.

  • Ik rendeerde de film voor de kijkers.
  • Jij rendeerde de goederen naar de klant.
  • Hij rendeerde zijn diensten aan het bedrijf.
  • Wij rendeerden winst uit onze investeringen.
  • Zij rendeerden waardevolle informatie aan het team.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Renderen with some of the pronouns.

  • Ik heb de film voor de kijkers gerendeerd.
  • Jij hebt de goederen naar de klant gerendeerd.
  • Hij heeft zijn diensten aan het bedrijf gerendeerd.
  • Wij hebben winst uit onze investeringen gerendeerd.
  • Zij hebben waardevolle informatie aan het team gerendeerd.