achteruitkrabbelen

Conjugations List of Achteruitkrabbelen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkrabbel achteruitkrabbelde achteruitben achteruitgekrabbeld
jij, je, ukrabbelt achteruitkrabbelde achteruitbent achteruitgekrabbeld
hij, zij, hetkrabbelt achteruitkrabbelde achteruitis achteruitgekrabbeld
wijkrabbelen achteruitkrabbelden achteruitzijn achteruitgekrabbeld
julliekrabbelen achteruitkrabbelden achteruitzijn achteruitgekrabbeld
zij, zekrabbelen achteruitkrabbelden achteruitzijn achteruitgekrabbeld

Presens
Beta

Example presens sentences for Achteruitkrabbelen with some of the pronouns.

  • Ik krabbel achteruit als ik bang ben.
  • Jij krabbelt achteruit wanneer je twijfelt.
  • Hij/zij/het krabbelt achteruit zodra er kritiek is.
  • Wij krabbelen achteruit uit onzekerheid.
  • Jullie krabbelen achteruit als jullie de situatie niet aankunnen.
  • Zij krabbelen achteruit als ze in het nauw gedreven worden.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Achteruitkrabbelen with some of the pronouns.

  • Ik krabbelde achteruit toen ik merkte dat ik de verkeerde weg was ingeslagen.
  • Jij krabbelde achteruit terwijl je probeerde te herstellen.
  • Hij/zij/het krabbelde achteruit tijdens de onderhandelingen.
  • Wij krabbelden achteruit omdat we twijfelden aan onze keuzes.
  • Jullie krabbelden achteruit na het ontvangen van negatieve feedback.
  • Zij krabbelden achteruit terwijl ze hun woorden terugnamen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Achteruitkrabbelen with some of the pronouns.

  • Ik ben achteruitgekrabbeld toen ik zag dat het misging.
  • Jij bent achteruitgekrabbeld na het maken van een fout.
  • Hij/zij/het is achteruitgekrabbeld uit angst voor de gevolgen.
  • Wij zijn achteruitgekrabbeld om verdere problemen te voorkomen.
  • Jullie zijn achteruitgekrabbeld nadat jullie confrontatie vermeden werd.
  • Zij zijn achteruitgekrabbeld om zichzelf te beschermen.