animeren

Conjugations List of Animeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikanimeeranimeerdeheb geanimeerd
jij, je, uanimeertanimeerdehebt geanimeerd
hij, zij, hetanimeertanimeerdeheeft geanimeerd
wijanimerenanimeerdenhebben geanimeerd
jullieanimerenanimeerdenhebben geanimeerd
zij, zeanimerenanimeerdenhebben geanimeerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Animeren with some of the pronouns.

  • Ik animeer de kinderen op het verjaardagsfeest.
  • Jij animeert graag mensen met je grappen.
  • Hij animeert de menigte met zijn inspirerende toespraak.
  • Wij animeren onze vrienden met een gezellige avond uit.
  • Zij animeren de patiënten in het ziekenhuis met muziekoptredens.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Animeren with some of the pronouns.

  • Ik animeerde de kinderen op het verjaardagsfeest.
  • Jij animeerde graag mensen met je grappen.
  • Hij animeerde de menigte met zijn inspirerende toespraak.
  • Wij animeerden onze vrienden met een gezellige avond uit.
  • Zij animeerden de patiënten in het ziekenhuis met muziekoptredens.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Animeren with some of the pronouns.

  • Ik heb de kinderen op het verjaardagsfeest geanimeerd.
  • Jij hebt graag mensen geanimeerd met je grappen.
  • Hij heeft de menigte geanimeerd met zijn inspirerende toespraak.
  • Wij hebben onze vrienden geanimeerd met een gezellige avond uit.
  • Zij hebben de patiënten in het ziekenhuis geanimeerd met muziekoptredens.