sudokuen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | sudoku | sudokude | heb gesudokud |
jij, je, u | sudokut | sudokude | hebt gesudokud |
hij, zij, het | sudokut | sudokude | heeft gesudokud |
wij | sudokuen | sudokuden | hebben gesudokud |
jullie | sudokuen | sudokuden | hebben gesudokud |
zij, ze | sudokuen | sudokuden | hebben gesudokud |
PresensBeta
Example presens sentences for Sudokuen with some of the pronouns.
- Ik sudokue elke dag voor het slapengaan.
- Jij sudokuet graag in je vrije tijd.
- Hij of zij sudokuet vaak tijdens de lunchpauze.
- Wij sudokuen samen op zondagmiddag.
- Jullie sudokuen altijd als jullie op reis zijn.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Sudokuen with some of the pronouns.
- Vroeger sudokuede ik elke avond voor het slapengaan.
- Als kind sudokuede jij altijd in de auto.
- Hij of zij sudokuede regelmatig tijdens de les.
- Wij sudokudden vroeger samen op de camping.
- Jullie sudokudden vaak tijdens de lange winteravonden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Sudokuen with some of the pronouns.
- Ik heb gesudokued toen ik op vakantie was.
- Jij hebt gisteren gesudokued en gewonnen!
- Hij of zij heeft al vele sudoku's gesudokued.
- Wij hebben deze puzzel al eens gesudokued.
- Jullie hebben de moeilijkste sudoku ooit gesudokued!