droppen

Conjugations List of Droppen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdropdropteheb gedropt
jij, je, udroptdroptehebt gedropt
hij, zij, hetdroptdropteheeft gedropt
wijdroppendroptenhebben gedropt
julliedroppendroptenhebben gedropt
zij, zedroppendroptenhebben gedropt

Presens
Beta

Example presens sentences for Droppen with some of the pronouns.

  • Ik drop de kinderen bij school.
  • Jij dropt je pakketje bij het postkantoor.
  • Hij/Zij dropt zijn/haar vriendin thuis.
  • Wij droppen de boodschappen in de auto.
  • Jullie droppen de brieven in de brievenbus.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Droppen with some of the pronouns.

  • Ik dropte de kinderen bij school.
  • Jij dropte je pakketje bij het postkantoor.
  • Hij/Zij dropte zijn/haar vriendin thuis.
  • Wij dropten de boodschappen in de auto.
  • Jullie dropten de brieven in de brievenbus.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Droppen with some of the pronouns.

  • Ik heb de kinderen bij school gedropt.
  • Jij hebt je pakketje bij het postkantoor gedropt.
  • Hij/Zij heeft zijn/haar vriendin thuis gedropt.
  • Wij hebben de boodschappen in de auto gedropt.
  • Jullie hebben de brieven in de brievenbus gedropt.