meeleven

Conjugations List of Meeleven.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikleef meeleefde meeheb meegeleefd
jij, je, uleeft meeleefde meehebt meegeleefd
hij, zij, hetleeft meeleefde meeheeft meegeleefd
wijleven meeleefden meehebben meegeleefd
jullieleven meeleefden meehebben meegeleefd
zij, zeleven meeleefden meehebben meegeleefd

Presens
Beta

Example presens sentences for Meeleven with some of the pronouns.

  • Ik leef mee met je situatie.
  • Jij leeft mee met de mensen om je heen.
  • Hij leeft altijd intensief mee tijdens de voetbalwedstrijden.
  • Zij leven oprecht mee met de slachtoffers van de natuurramp.
  • We leven allemaal mee met het verdriet van de nabestaanden.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Meeleven with some of the pronouns.

  • Ik leefde mee met je toen je het moeilijk had.
  • Jij leefde altijd intensief mee met de problemen van anderen.
  • Hij leefde oprecht mee met de emoties van zijn vrienden.
  • Zij leefden mee met de gezinnen die getroffen waren door de ramp.
  • We leefden allemaal mee met de uitdagingen die we destijds tegenkwamen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Meeleven with some of the pronouns.

  • Ik heb meegeleefd met je moeilijke periode.
  • Jij bent altijd betrokken geweest en hebt met ons meegeleefd.
  • Hij heeft intensief meegeleefd tijdens de uitdagingen die we hebben gehad.
  • Zij zijn oprecht meegeleefd met de pijn van anderen.
  • We hebben allemaal meegeleefd met de zware tijden die je hebt doorgemaakt.