leeggooien

Conjugations List of Leeggooien.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikgooi leeggooide leegheb leeggegooid
jij, je, ugooit leeggooide leeghebt leeggegooid
hij, zij, hetgooit leeggooide leegheeft leeggegooid
wijgooien leeggooiden leeghebben leeggegooid
julliegooien leeggooiden leeghebben leeggegooid
zij, zegooien leeggooiden leeghebben leeggegooid

Presens
Beta

Example presens sentences for Leeggooien with some of the pronouns.

  • Ik gooi de fles leeg.
  • Jij gooit het afvalbakje leeg.
  • Hij gooit zijn tas leeg.
  • Wij gooien de emmers leeg.
  • Zij gooien de glazen leeg.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Leeggooien with some of the pronouns.

  • Ik gooide de fles leeg.
  • Jij gooide het afvalbakje leeg.
  • Hij gooide zijn tas leeg.
  • Wij gooiden de emmers leeg.
  • Zij gooiden de glazen leeg.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Leeggooien with some of the pronouns.

  • Ik heb de fles leeggemaakt.
  • Jij hebt het afvalbakje leeggemaakt.
  • Hij heeft zijn tas leeggemaakt.
  • Wij hebben de emmers leeggemaakt.
  • Zij hebben de glazen leeggemaakt.