verafschuwen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verafschuw | verafschuwde | heb verafschuwd |
jij, je, u | verafschuwt | verafschuwde | hebt verafschuwd |
hij, zij, het | verafschuwt | verafschuwde | heeft verafschuwd |
wij | verafschuwen | verafschuwden | hebben verafschuwd |
jullie | verafschuwen | verafschuwden | hebben verafschuwd |
zij, ze | verafschuwen | verafschuwden | hebben verafschuwd |
PresensBeta
Example presens sentences for Verafschuwen with some of the pronouns.
- Ik verafschuw de manier waarop ze praten.
- Jij verafschuwt het idee van geweld.
- Hij verafschuwt onrechtvaardigheid.
- Wij verafschuwen de slechte behandeling van dieren.
- Zij verafschuwen de corruptie in de politiek.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verafschuwen with some of the pronouns.
- Ik verafschuwde die opmerkingen vroeger.
- Jij verafschuwde het oude systeem.
- Hij verafschuwde de oneerlijke behandeling.
- Wij verafschuwden de leugens van de politicus.
- Zij verafschuwden de uitbuiting van arbeiders.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verafschuwen with some of the pronouns.
- Ik heb de situatie altijd verafschuwd.
- Jij hebt zijn gedrag terecht verafschuwd.
- Hij heeft de beslissing grondig verafschuwd.
- Wij hebben het resultaat volledig verafschuwd.
- Zij hebben het gebrek aan respect verafschuwd.