lichtmissen

Conjugations List of Lichtmissen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iklichtmislichtmisteheb gelichtmist
jij, je, ulichtmistlichtmistehebt gelichtmist
hij, zij, hetlichtmistlichtmisteheeft gelichtmist
wijlichtmissenlichtmistenhebben gelichtmist
jullielichtmissenlichtmistenhebben gelichtmist
zij, zelichtmissenlichtmistenhebben gelichtmist

Presens
Beta

Example presens sentences for Lichtmissen with some of the pronouns.

  • Ik lichtmis tijdens carnaval.
  • Jij lichtmist graag in de zon.
  • Hij lichtmist vaak met zijn vrienden.
  • Wij lichtmissen op vrijdagavonden.
  • Zij lichtmissen op feestjes.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Lichtmissen with some of the pronouns.

  • Vroeger lichtmiste ik altijd tijdens de zomermaanden.
  • Toen jij jong was, lichtmiste je veel met je broers en zussen.
  • Hij lichtmiste regelmatig toen hij nog op school zat.
  • In die tijd lichtmisten wij bijna elke avond.
  • Als kind lichtmisten zij graag in de speeltuin.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Lichtmissen with some of the pronouns.

  • Ik heb gelichtmis tijdens het festival.
  • Jij hebt graag gelichtmist in de stad.
  • Hij heeft vaak gelichtmist met zijn collega's.
  • Wij hebben gelichtmis op vakantie.
  • Zij hebben gelichtmis op het strand.