liëren

Conjugations List of Liëren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iklieerlieerdeheb gelieerd
jij, je, ulieertlieerdehebt gelieerd
hij, zij, hetlieertlieerdeheeft gelieerd
wijliërenlieerdenhebben gelieerd
jullieliërenlieerdenhebben gelieerd
zij, zeliërenlieerdenhebben gelieerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Liëren with some of the pronouns.

  • Ik leer Nederlands.
  • Jij leert snel.
  • Hij leert graag nieuwe dingen.
  • Zij leert piano spelen.
  • Wij leren veel op school.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Liëren with some of the pronouns.

  • Ik leerde Nederlands toen ik jong was.
  • Jij leerde snel als kind.
  • Hij leerde graag nieuwe dingen in zijn vrije tijd.
  • Zij leerde piano spelen op jonge leeftijd.
  • Wij leerden veel tijdens onze reis.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Liëren with some of the pronouns.

  • Ik heb Nederlands geleerd.
  • Jij hebt snel geleerd.
  • Hij heeft graag nieuwe dingen geleerd.
  • Zij heeft piano leren spelen.
  • Wij hebben veel op school geleerd.