volleyen

Conjugations List of Volleyen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvolleyvolleydeheb gevolleyd
jij, je, uvolleytvolleydehebt gevolleyd
hij, zij, hetvolleytvolleydeheeft gevolleyd
wijvolleyenvolleydenhebben gevolleyd
jullievolleyenvolleydenhebben gevolleyd
zij, zevolleyenvolleydenhebben gevolleyd

Presens

Example presens sentences for Volleyen with some of the pronouns.

  • Ik volley
  • Jij volleyt
  • Hij/Zij volleyt
  • Wij volleyen
  • Jullie volleyen

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Volleyen with some of the pronouns.

  • Ik volleyde
  • Jij volleyde
  • Hij/Zij volleyde
  • Wij volleyden
  • Jullie volleyden

Perfectum

Example perfectum sentences for Volleyen with some of the pronouns.

  • Ik heb gevolleyd
  • Jij hebt gevolleyd
  • Hij/Zij heeft gevolleyd
  • Wij hebben gevolleyd
  • Jullie hebben gevolleyd