consuminderen

Conjugations List of Consuminderen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikconsuminderconsuminderdeheb geconsuminderd
jij, je, uconsumindertconsuminderdehebt geconsuminderd
hij, zij, hetconsumindertconsuminderdeheeft geconsuminderd
wijconsuminderenconsuminderdenhebben geconsuminderd
jullieconsuminderenconsuminderdenhebben geconsuminderd
zij, zeconsuminderenconsuminderdenhebben geconsuminderd

Presens
Beta

Example presens sentences for Consuminderen with some of the pronouns.

  • Ik consumindeer dagelijks door bewust te kiezen voor duurzame producten.
  • Jij consumindeert door minder plastic te gebruiken.
  • Hij/Zij/Het consumindeert door tweedehands kleding te kopen.
  • Wij consuminderen door ons energieverbruik te verminderen.
  • Jullie consuminderen door vaker de fiets te gebruiken in plaats van de auto.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Consuminderen with some of the pronouns.

  • Ik consumindeerde al voordat het populair werd.
  • Jij consumindeerde regelmatig tijdens je studententijd.
  • Hij/Zij/Het consumindeerde altijd als hij/zij naar de markt ging.
  • Wij consumindeerden samen met onze buren om de milieubelasting te verminderen.
  • Jullie consumindeerden al lang voordat het mainstream was.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Consuminderen with some of the pronouns.

  • Ik heb geconsumindeerd door mijn afval te scheiden en te recyclen.
  • Jij hebt geconsumindeerd door je waterverbruik te verminderen.
  • Hij/Zij/Het heeft geconsumindeerd door zijn/haar voedselverspilling te verminderen.
  • Wij hebben geconsumindeerd door onze elektriciteitsrekening te verlagen.
  • Jullie hebben geconsumindeerd door jullie vliegreizen te beperken.