lonen

Conjugations List of Lonen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikloonloondeheb geloond
jij, je, uloontloondehebt geloond
hij, zij, hetloontloondeheeft geloond
wijlonenloondenhebben geloond
jullielonenloondenhebben geloond
zij, zelonenloondenhebben geloond

Presens
Beta

Example presens sentences for Lonen with some of the pronouns.

  • Het loont de moeite om naar de film te gaan.
  • De investering in duurzame energie loont op de lange termijn.
  • Het lonen van werknemers is een belangrijke taak voor werkgevers.
  • Het lonen van belastingen is verplicht voor alle inwoners.
  • Het loont om regelmatig te sporten voor een goede gezondheid.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Lonen with some of the pronouns.

  • Vroeger loonde het om in de landbouwsector te werken.
  • Het lonen van werknemers was vroeger eenvoudiger dan nu.
  • Toen ik jong was, lonende economische groei nog volop.
  • Het lonen van belastingen werd strenger gecontroleerd in het verleden.
  • In de jaren '90 lonenden investeringen in technologie zich enorm.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Lonen with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn inspanningen laten lonen en ben gepromoveerd.
  • Zij hebben hard gewerkt en het heeft zich geloond.
  • Wij hebben onze tijd en energie goed lonen voor dit project.
  • Hebben jullie de prijs gewonnen? Ja, het heeft geloond!
  • Ik heb veel geïnvesteerd en het heeft zich dubbel en dwars geloond.