maathouden

Conjugations List of Maathouden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikhou maathield maatheb maatgehouden
jij, je, uhoudt maathield maathebt maatgehouden
hij, zij, hethoudt maathield maatheeft maatgehouden
wijhouden maathielden maathebben maatgehouden
julliehouden maathielden maathebben maatgehouden
zij, zehouden maathielden maathebben maatgehouden

Presens
Beta

Example presens sentences for Maathouden with some of the pronouns.

  • Ik houd maat tijdens het dansen.
  • Jij houdt maat met de muziek.
  • Hij houdt maat tijdens het drummen.
  • Wij houden maat met de metronoom.
  • Zij houden maat tijdens het zingen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Maathouden with some of the pronouns.

  • Ik hield maat tijdens de oefensessies.
  • Jij hield maat met de drummer.
  • Hij hield maat tijdens het spelen.
  • Wij hielden maat bij het zingen.
  • Zij hielden maat tijdens de repetities.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Maathouden with some of the pronouns.

  • Ik heb maat gehouden tijdens het optreden.
  • Jij hebt maat gehouden met de metronoom.
  • Hij heeft maat gehouden tijdens het repeteren.
  • Wij hebben maat gehouden bij het musiceren.
  • Zij hebben maat gehouden tijdens het concert.