macadamiseren

Conjugations List of Macadamiseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikmacadamiseermacadamiseerdeheb gemacadamiseerd
jij, je, umacadamiseertmacadamiseerdehebt gemacadamiseerd
hij, zij, hetmacadamiseertmacadamiseerdeheeft gemacadamiseerd
wijmacadamiserenmacadamiseerdenhebben gemacadamiseerd
julliemacadamiserenmacadamiseerdenhebben gemacadamiseerd
zij, zemacadamiserenmacadamiseerdenhebben gemacadamiseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Macadamiseren with some of the pronouns.

  • Ik macadamiseer de weg voor het nieuwe gebouw.
  • Jij macadamiseert de oprit van je huis.
  • Hij/Zij/Het macadamiseert de straat in de buurt.
  • Wij macadamiseren de parkeerplaats bij het winkelcentrum.
  • Zij macadamiseren de fietspaden in de stad.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Macadamiseren with some of the pronouns.

  • Vroeger macadamiseerde ik vaak wegen in dit gebied.
  • Toen ik jong was, macadamiseerde jij de straten in onze buurt.
  • Hij/Zij/Het macadamiseerde altijd met veel precisie.
  • In die tijd macadamiseerden wij alle wegen met de hand.
  • Ze macadamiseerden vroeger de snelwegen zonder moderne machines.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Macadamiseren with some of the pronouns.

  • Ik heb de weg voor het nieuwe gebouw gemacadamiseerd.
  • Jij hebt de oprit van je huis gemacadamiseerd.
  • Hij/Zij/Het heeft de straat in de buurt gemacadamiseerd.
  • Wij hebben de parkeerplaats bij het winkelcentrum gemacadamiseerd.
  • Zij hebben de fietspaden in de stad gemacadamiseerd.