manken

Conjugations List of Manken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikmankmankteheb gemankt
jij, je, umanktmanktehebt gemankt
hij, zij, hetmanktmankteheeft gemankt
wijmankenmanktenhebben gemankt
julliemankenmanktenhebben gemankt
zij, zemankenmanktenhebben gemankt

Presens

Example presens sentences for Manken with some of the pronouns.

  • Ik mank.
  • Jij mankt.
  • Hij/Zij/Het mankt.
  • Wij jullie/zij manken.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Manken with some of the pronouns.

  • Ik mankte.
  • Jij mankte.
  • Hij/Zij/Het mankte.
  • Wij/jullie/zij mankten.

Perfectum

Example perfectum sentences for Manken with some of the pronouns.

  • Ik heb gemankt.
  • Jij hebt gemankt.
  • Hij/Zij/Het heeft gemankt.
  • Wij/jullie/zij hebben gemankt.