mastieken

Conjugations List of Mastieken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikmastiekmastiekteheb gemastiekt
jij, je, umastiektmastiektehebt gemastiekt
hij, zij, hetmastiektmastiekteheeft gemastiekt
wijmastiekenmastiektenhebben gemastiekt
julliemastiekenmastiektenhebben gemastiekt
zij, zemastiekenmastiektenhebben gemastiekt

Presens

Example presens sentences for Mastieken with some of the pronouns.

  • Ik mastiek.
  • Jij mastiekt.
  • Hij/Zij/Het mastiekt.
  • Wij mastieken.
  • Jullie mastieken.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Mastieken with some of the pronouns.

  • Ik mastiekte.
  • Jij mastiekte.
  • Hij/Zij/Het mastiekte.
  • Wij mastiekten.
  • Jullie mastiekten.

Perfectum

Example perfectum sentences for Mastieken with some of the pronouns.

  • Ik heb gemastiekt.
  • Jij hebt gemastiekt.
  • Hij/Zij/Het heeft gemastiekt.
  • Wij hebben gemastiekt.
  • Jullie hebben gemastiekt.