medeleven

Conjugations List of Medeleven.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikleef medeleefde medeheb medegeleefd
jij, je, uleeft medeleefde medehebt medegeleefd
hij, zij, hetleeft medeleefde medeheeft medegeleefd
wijleven medeleefden medehebben medegeleefd
jullieleven medeleefden medehebben medegeleefd
zij, zeleven medeleefden medehebben medegeleefd

Presens
Beta

Example presens sentences for Medeleven with some of the pronouns.

  • Ik leef mee met haar situatie.
  • Jij leeft mee met de problemen van anderen.
  • Hij leeft mee met het verdriet van zijn vriendin.
  • Zij leven mee met de slachtoffers van de natuurramp.
  • Wij leven mee met de zieke kinderen in het ziekenhuis.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Medeleven with some of the pronouns.

  • Ik leefde mee met haar toen ze ziek was.
  • Jij leefde mee met de problemen van je vrienden.
  • Hij leefde mee met de arme mensen in het buitenland.
  • Zij leefde mee met de slachtoffers van de brand.
  • Wij leefden mee met de eenzame ouderen in het verzorgingshuis.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Medeleven with some of the pronouns.

  • Ik heb meegeleefd met zijn verlies.
  • Jij hebt meegeleefd met de moeilijke periode in mijn leven.
  • Hij heeft meegeleefd met de tegenslagen van zijn collega.
  • Zij heeft meegeleefd met de pijn van haar buurman.
  • Wij hebben meegeleefd met de familie tijdens de begrafenis.