meefinancieren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | financier mee | financierde mee | heb meegefinancierd |
jij, je, u | financiert mee | financierde mee | hebt meegefinancierd |
hij, zij, het | financiert mee | financierde mee | heeft meegefinancierd |
wij | financieren mee | financierden mee | hebben meegefinancierd |
jullie | financieren mee | financierden mee | hebben meegefinancierd |
zij, ze | financieren mee | financierden mee | hebben meegefinancierd |
PresensBeta
Example presens sentences for Meefinancieren with some of the pronouns.
- Ik financier mee aan het project.
- Jij financiert mee aan de studiereis.
- Hij/Zij financiert mee voor de nieuwe apparatuur.
- Wij financieren mee aan de renovatie van het gebouw.
- Jullie financieren mee aan de ontwikkeling van de app.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Meefinancieren with some of the pronouns.
- Ik heb meegefinancierd aan het project.