wegvoeren

Conjugations List of Wegvoeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvoer wegvoerde wegheb weggevoerd
jij, je, uvoert wegvoerde weghebt weggevoerd
hij, zij, hetvoert wegvoerde wegheeft weggevoerd
wijvoeren wegvoerden weghebben weggevoerd
jullievoeren wegvoerden weghebben weggevoerd
zij, zevoeren wegvoerden weghebben weggevoerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Wegvoeren with some of the pronouns.

  • Ik voer de kinderen naar school.
  • Hij voert de goederen weg.
  • Zij voeren de honden uit.
  • Wij voeren de taken uit.
  • Jullie voeren de auto's weg.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Wegvoeren with some of the pronouns.

  • Ik voerde de kinderen naar school weg.
  • Hij voerde de goederen weg.
  • Zij voerden de honden uit.
  • Wij voerden de taken uit.
  • Jullie voerden de auto's weg.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Wegvoeren with some of the pronouns.

  • Ik heb de kinderen naar school weggevoerd.
  • Hij heeft de goederen weggevoerd.
  • Zij hebben de honden uitgevoerd.
  • Wij hebben de taken uitgevoerd.
  • Jullie hebben de auto's weggevoerd.