herkennen

Conjugations List of Herkennen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikherkenherkendeheb herkend
jij, je, uherkentherkendehebt herkend
hij, zij, hetherkentherkendeheeft herkend
wijherkennenherkendenhebben herkend
jullieherkennenherkendenhebben herkend
zij, zeherkennenherkendenhebben herkend

Presens
Beta

Example presens sentences for Herkennen with some of the pronouns.

  • Ik herken haar stem meteen.
  • Jij herkent de melodie van dat liedje.
  • Hij herkent zijn oude vrienden niet meer.
  • Zij herkennen het gebouw van de foto.
  • We herkennen de geur van versgebakken brood.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Herkennen with some of the pronouns.

  • Ik herkende haar meteen toen ze binnenkwam.
  • Jij herkende de melodie van dat liedje vroeger altijd.
  • Hij herkende zijn oude vrienden niet meer na al die jaren.
  • Zij herkenden het gebouw van de foto direct.
  • We herkenden de geur van versgebakken brood meteen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Herkennen with some of the pronouns.

  • Ik heb haar meteen herkend.
  • Jij hebt de melodie van dat liedje herkend.
  • Hij heeft zijn oude vrienden niet meer herkend.
  • Zij hebben het gebouw van de foto herkend.
  • We hebben de geur van versgebakken brood herkend.