meerekenen

Conjugations List of Meerekenen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikreken meerekende meeheb meegerekend
jij, je, urekent meerekende meehebt meegerekend
hij, zij, hetrekent meerekende meeheeft meegerekend
wijrekenen meerekenden meehebben meegerekend
jullierekenen meerekenden meehebben meegerekend
zij, zerekenen meerekenden meehebben meegerekend

Presens
Beta

Example presens sentences for Meerekenen with some of the pronouns.

  • Ik reken mee in de berekening.
  • Jij rekent mee tijdens de presentatie.
  • Hij/zij rekent altijd mee met het spel.
  • Wij rekenen ook jouw inbreng mee.
  • Jullie rekenen niet genoeg mee in het project.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Meerekenen with some of the pronouns.

  • Ik rekende altijd mee in de berekening.
  • Jij telde mee in de telling.
  • Hij/zij werkte altijd mee aan het onderzoek.
  • Wij namen jouw suggesties altijd mee.
  • Jullie dachten niet goed mee met de oplossing.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Meerekenen with some of the pronouns.

  • Ik heb meegerekend in de berekening.
  • Jij hebt meegeteld in de telling.
  • Hij/zij heeft altijd meegewerkt aan het onderzoek.
  • Wij hebben jouw suggesties meegenomen.
  • Jullie hebben niet goed meegedacht met de oplossing.