misgokken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | gok mis | gokte mis | heb misgegokt |
jij, je, u | gokt mis | gokte mis | hebt misgegokt |
hij, zij, het | gokt mis | gokte mis | heeft misgegokt |
wij | gokken mis | gokten mis | hebben misgegokt |
jullie | gokken mis | gokten mis | hebben misgegokt |
zij, ze | gokken mis | gokten mis | hebben misgegokt |
PresensBeta
Example presens sentences for Misgokken with some of the pronouns.
- Ik misgok nu op mijn volgende zet.
- Jij misgokt vaak tijdens het kaartspelen.
- Hij misgokt altijd als het om geld gaat.
- Zij misgokken regelmatig in hun zakelijke beslissingen.
- Wij misgokken nooit bij het kiezen van een vakantiebestemming.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Misgokken with some of the pronouns.
- Ik misgokte altijd toen ik nog onervaren was.
- Jij misgokte gisteravond tijdens het pokeren.
- Hij misgokte regelmatig in zijn vorige baan.
- Zij misgokten zich tijdens het wedden op sportwedstrijden.
- Wij misgokten ons geld in het casino toen we jong waren.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Misgokken with some of the pronouns.
- Ik heb me misgegokt tijdens de loterij.
- Jij bent twee keer misgegokt in dit spel.
- Hij is vorige week misgegokt en heeft veel geld verloren.
- Zij hebben zich misgegokt bij de aandelenhandel.
- Wij zijn al eerder misgegokt, dus we zijn voorzichtiger geworden.