mispakken

Conjugations List of Mispakken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikmispakmispakteheb mispakt
jij, je, umispaktmispaktehebt mispakt
hij, zij, hetmispaktmispakteheeft mispakt
wijmispakkenmispaktenhebben mispakt
julliemispakkenmispaktenhebben mispakt
zij, zemispakkenmispaktenhebben mispakt

Presens
Beta

Example presens sentences for Mispakken with some of the pronouns.

  • Ik pak me altijd mis als ik haast heb.
  • Jij pakt je regelmatig mis bij het inschatten van de tijd.
  • Hij pakt zich vaak mis met zijn voorspellingen.
  • Zij pakt zich zelden mis in haar keuzes.
  • Wij pakken ons soms mis met het plannen van activiteiten.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Mispakken with some of the pronouns.

  • Toen ik jonger was, pakte ik me regelmatig mis in mijn beoordelingen.
  • Vroeger pakte jij je vaak mis bij het kiezen van cadeaus.
  • Hij pakte zich altijd mis wanneer hij zonder voorbereiding sprak.
  • Zij pakte zich gisteren mis met de timing van haar presentatie.
  • In die tijd pakten wij ons te vaak mis met onze verwachtingen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Mispakken with some of the pronouns.

  • Ik heb me vorige week mispakt toen ik dacht dat het niet druk zou zijn.
  • Jij hebt je al eerder mispakt met die strategie.
  • Hij heeft zich nooit eerder mispakt in zijn carrière.
  • Zij heeft zich gisteren mispakt met het weer.
  • Wij hebben ons vaker mispakt dan we willen toegeven.